1. Maak het klein, kleiner, kleinst

Ga niet in één keer hardlopen als het voor jou nog een uitdaging is om te gaan wandelen. Sterker nog, maak het nog kleiner zodat het voor jou niet als een uitdaging voelt. Wil je het liefst een goede wandeling van een uur maken, maar kom je daar de hele week niet aan toe? Dit is heel herkenbaar en zo zonde, want elke extra beweging telt! Neem jezelf eens voor om voor 10 minuten te gaan wandelen. Als dat iets is waar je tegenop ziet, wandel dan eerst eens de straat in en uit.

Maak het zo klein dat je eigenlijk geen nee kunt zeggen.

2. Leg alles wat je nodig hebt klaar

Zet je schoenen bij de deur, trek je hardloopkleding eventueel alvast aan. Hoe minder barrières er zijn hoe makkelijker je de deur uit gaat.

3. Pak je moment

Je hersenen bedenken altijd een goede reden om iets uit te stellen. Laat die stemmen in je hoofd voor wat ze zijn en trek ondertussen je schoenen en je jas

aan. Al schreeuwt je hoofd nee, tem je gedachte met het idee dat je alleen maar even de straat uit wandelt. En ga stapje voor stapje door met je voorbereiding.

Opeens loop je buiten en ben je in beweging!